![]() Home Nieuwstadt Beeldbepalende elementen Bekende Nieuwstadtenaren Het 37e Nieuwstadt in Europa Appelzenge Literatuur |
Nieuwstadt:
het bestaan!! als
stad?? Volgens
een akte
van 3-8-1277 droeg Henrik van Montfort (dit
is Hendrik van Gelder ook wel 'van Montfort' genoemd) de
eigendom
van het kasteel Montfort,
van Nieuwstadt en enige andere plaatsen over aan graaf Reinald van
Gelder (zoon van
Hendrik’s broer Otto) onder het voorbehoud dat Hendrik er
het vruchtgebruik (dus de inkomsten) van behield tot
aan het
einde van zijn leven. Bij
gelegenheid van ‘Nieuwstadt 700’ werd door
drs.G.Venner
uitvoerig ingegaan op de stad in juridische, economische en
geografische zin en
op de ontwikkeling van dorp tot stad. In het algemeen kan gesteld
worden dat stadswording
niet op één moment plaats had
maar de speciale
(stads)status geleidelijk ontstond door ontwikkeling van handel en
nijverheid
en werd bevestigd door privileges van de landsheer. Ook kon de
landsheer een
politiek bedrijven om steden te stichten door privileges te verlenen
zodat
handel en nijverheid daardoor tot bloei kwamen (dus een beetje de
omgekeerde
volgorde). Bij
een akte van
15-7-1242 met betrekking tot het dorp Wehr
bij Ahrweiler (en aanwezig in het archief van de abdij Steinfeld in de
Eifel)
traden diverse getuigen op waaronder W. plebanus de Novo
Opido,
Th. miles dictus
Crumphut, Nikolaus miles de Sittert, Th. scoltetus de Rurmunde, G.
scoltetus de
Egche en R. dictus Scermus. Mede omdat de hier genoemden
direct
achter elkaar genoemd werden en te localiseren zijn in de streek
rondom Roermond, Sittard en Heinsberg wordt aangenomen dat 'W. plebanus
de Novo Opido' staat voor pastoor W. uit ons Nieuwstadt, ook
al
is geen absoluut bewijs hiervoor
geleverd. Otto II, 1229-1271 graaf van Gelre, voegde aan het groeiende stedelijke landschap van Gelre toe: Roermond (1234/1244), Nijmegen (1247), Neustad (rond 1250) en Goch (1261). De op het zuiden gerichte politiek van Otto II zou later worden voortgezet door zijn zoon Reinald I. {Wilhelm Janssen, De geschiedenis van Gelre tot het Tractaat van Venlo in 1543, in het boek Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre, uitgave Geldern 2001} Bij niet minder dan 26 steden in Gelre was de landsheer de doorslaggevede factor inzake de stadswording. De in Gelre niet tot bloei gekomen stadsstichtingen lagen alle in het Overkwartier en zelfs, op Kessel en Kriekenbeek na, ten zuiden van Roermond. Er was daar ingevolge het streven naar beveiliging van de zuidgrens een regio met een overschot aan steden ontstaan. De oudste vermelding van Nieuwstadt als stad is van 1242. {Klaus Flink & Bert Thissen, De Gelderse steden in de Middeleeuwen, in het boek Het Hertogdom Gelre, uitgave Utrecht 2003} Op
grond van de hier weergegeven publicaties van
erkende historici kunnen we constateren dat Wilhelm
Janssen en Klaus Flink/Bert Thissen de conclusie van
dr.G.Venner
(mede gebaseerd op een onderzoek van
dr.T.Diederich) ondersteunen zodat wij op hun gezag mogen uitdragen dat
Nieuwstadt op 15-7-1242 bestond en toen de stadswording in elk geval in
een vergevorderd stadium verkeerde. Regionaal bekeken
krijgt 1242 een heel opmerkelijke betekenis. Zoals we het jaartal 1242
in verband kunnen brengen met Nieuwstadt in Gelre, geldt dat voor
1243 met Sittard in Gulick en voor 1244 met Maaseik in Loon. De drie
Landsheren hebben dus op nagenoeg hetzelfde tijdstip een stad in
wording nabij de samenkomst van hun gebieden (een soort
"drielandenpunt"). Slechts rond 45 jaren later (in 1288) leed de
Heer van Gelder in de Slag bij Woeringen een zware nederlaag met groot
verlies van aanzien terwijl de Heren van Gulik en Loon tot de
overwinnaars behoorden. Daarmee werd de expansiedrang van de Heer van
Gelder naar het zuiden (gericht op het Hertogdom Limbourg) in de kiem
gesmoord en daarmee lijkt het niet verwonderlijk dat Nieuwstadt in
tegenstelling tot Sittard en Maaseik uiteindelijk niet is
doorgegroeid tot een echte stad. aug.2013 / PvH / okt.2016
|